psycho-FYSIEK: het expressieve lichaam

Jongeren hebben doorgaans zeer weinig zin in ‘weer eens een praatsessie’. Bij psychofysiek werken vertrek je vanuit het lichaam, vanuit de beweging, of gewoon vanuit een fysieke gewaarwording.

De jongeren bij ons ervaren dat echt fysiek, het is echt psychodynamisch. Psychofysiek dekt gewoon de lading. En ik denk dat het daarom is dat het werkt. Want anders zit je weer te babbelen. We zien dat al tijdens de kennismakingsgesprekken, die gasten zitten daar te geeuwen, en te zuchten, en te geeuwen. Die kunnen dat eigenlijk gewoon niet aan, al dat babbelen, een half uur babbelen. En het gaat dan nog over hen zelf! (Rots en Water trainer)

Hieronder belichten we elementen van het ‘fysieke’ aan psychofysiek werken, zoals het lichaam als speel- en ervaringsveld, en de rol van lichaamsbewustzijn.

 

Lichaamsbewustzijn >

Lichaamsbewustzijn is cruciaal in het leerproces; vertrekken vanuit het lichaam, vanuit lichamelijke gewaarwordingen, als toegangspoort tot zelfbewustzijn en zelfkennis. Het lichaam spreekt immers voor zich, zegt meer dan woorden, en bovendien: het lichaam liegt niet. Lichaamsbewustzijn creëert zo een ruimte voor het ontdekken van je eigen kracht en sterktes, maar ook van je eigen zwaktes.

Een beweging liegt niet. Als mensen gaan bewegen, die ervaren dan sowieso dingen, en het is een heel directe ervaring. Dus je kan ook niet rationeel zeggen, “ik heb dat niet gevoeld” , of “ik heb dat niet echt ervaren”. Of dat nu een wedstrijdje Chinese boksen is, of een andere fysiek spelletje. Terwijl, als je verbaal bezig bent kan je er altijd een verhaal rond vertellen, je kan jezelf iets wijsmaken, mentaal, en in de beweging gaat dat niet. Dus je wordt echt geconfronteerd met een aantal dingen. En daar kan je daar over gaan nadenken. (Master trainer Rots en Water)

We starten altijd met iets fysieks, dus verbinding maken met je lichaam, want die gasten zitten vaak heel vast in hun hoofd. En dan beginnen we gewoon met stevig te staan, een hele training. We geven die mannen vijf tips mee. Alles begint met stress, uw lichaam spant op, en als je dan gaat reageren op een moeilijke situatie, ga je sowieso fout reageren. Dan ontplof je. Dat is ook ons eerste spel. We laten een ballon ontploffen en dan vragen we: heb je gevoeld waar je de stress voelt in je lichaam? Ze moeten dan hun ballon vasthouden en ze weten niet wanneer die kapot geprikt zal worden, en ze staan daar dan volledig opgespannen. Dat is echt ervaren waar de stress zit, en dat weet je dan van jezelf. Bij mij zit het bij voorbeeld in mijn schouders, mijn ademhaling zit van boven, hartslag, kriebels in mijn buik, voilà. En dan gaan we daar mee aan de slag, om die stress aan te pakken, door goed te ademen en goed te ontspannen. Want zelfcontrole komt uit die ontspanning. En daar hangen we alle thema’s in de loop van de volgende trainingen aan op. We beginnen dus fysiek om dan ook mentaal stevig te gaan staan. (Rots en Water trainer)

Heel het technische van dat boksen, dat is pure lichaamstaal, lichaamsbewustzijn. Dat kan je ook niet leren, dat kan je ook niet meten, dat moet je gewoon voelen. Elke partner is anders, dus die ervaring moet je opdoen. Daarom verwisselen wij ook heel veel van partners. Een typisch opwarmingspelletje is, de achterkant van de schouders van de partner aanraken vanuit de bokshouding. Daardoor creëer je een goed gevoel van afstand. En dat is elke keer anders. (bokstrainer)

Ik heb het gevoel dat als het actief is, een uitdaging is, dat je sneller komt bij een punt dat je een link kan liggen naar het dagelijks leven. Bij voorbeeld, als je een berg moet beklimmen, is het vaak zo dat je sneller fysiek moe bent, en dat kan direct gelinkt worden aan ervaringen of momenten die je in je leven nog hebt tegengekomen. Ik denk, hoe fysieker, hoe sneller je tot conclusies over jezelf, je eigen functioneren, komt. (Ervaringsleren- jeugdwerker)

 

Bovendien brengt fysiek bezig zijn, met je lichaam bezig zijn, je als het goed is (bij de juiste aandacht) ook vanzelf in een andere mindset.

Het lichaam is eigenlijk het enige tastbare dat er is. Je hebt je gedachten, die kan je niet echt pakken, maar alles wat je denkt, daar reageert je lichaam op. Het beweegt voortdurend vanbinnen, reagerend op emoties en gedachten. Door letterlijk in beweging te gaan, beantwoord je daaraan, bij wijze van spreken. Dat kan ook via relaxatie zijn, rust vanuit de concentratie. Maar je kan dus ook rust geven vanuit de beweging. Je hoofd geraakt wat leger, dus het bouwt zich niet verder op, want als je denkt denkt denkt, dan bouwt dat zich op in je lijf. Het lichaam is emoties; neem het lichaam weg en je hebt geen emoties meer. Gevoelens zijn minder letterlijk lichaam, omdat dat meer hangt. En het is dus daarom, doordat je beweegt, dat is zoals een roulement dat zich in beweging zet. En als je dan buiten komt, dan is het even allemaal niet op de voorgrond. Je moet soms gewoon uit je hoofd komen, en de beste manier daartoe is met je lichaam bezig zijn. Want die twee gaan niet samen, je kan niet serieus zitten denken in de beweging. (Danstherapeute)

Ook voor die jongeren die helemaal geen voeling met hun lichaam hebben of willen hebben, kan vertrokken worden vanuit het lichamelijke.

Ik werk veel met traumapatiënten, en kankerpatiënten, waarbij het lichaam sowieso iets heel bedreigends is. Daar ga ik wel eerst afchecken, de bereidheid en het aankunnen van met het lichaam te werken. Ook met jongeren, vluchtelingen die mishandeld zijn, bij hen heeft dat lichaam echt iets meegemaakt. Dus er zit ook heel veel. Dan ga ik ze altijd eerst tools geven buiten het lichaam die veilig zijn. Of bij voorbeeld met vingers en voeten, met handen, neutrale lichaamsdelen, en contact met de grond beginnen. Dus nog niet naar binnen gaan, totdat ze er iets mee kunnen. […] Voor mij vertrekt mindfulness echt vanuit het lichaam, vanuit lichaamsbewustzijn. En vanuit het inzicht dat aandacht schenken in uw lichaam, dat dat eigenlijk helende processen in gang zet. (Tienermindfulness trainster)

Het lichaam als spel- en ervaringsveld >

Voor wie erin slaagt even te luisteren naar het lichaam, wordt het lichaam een oneindig speel- en ervaringsveld. Zo groeit er geleidelijk aan ook een andere band met het lichaam.

In die adolescentiefase gebeurt er zoveel in dat lichaam. Ook van binnenuit, begint het lichaam te veranderen. Wat ik hier heel weinig doe is motorische vaardigheden gaan verbeteren, dat is iets voor de jongere leeftijd, en dat helpt ook niet altijd. Wat wel helpt is de manier waarop je er mee omgaat. Bijvoorbeeld het laten ervaren dat ze toch fijn kunnen spelen, ook al kunnen ze bijvoorbeeld een bal niet zo goed opvangen. En daar gaat het om, dat lichaam terug fijn vinden, en dat via spelletjes doen. En dat ze dan wel plezier kunnen maken, gewoon door met hun lichaam bezig te zijn, dat vind ik belangrijk. Want er zijn er heel wat bij die het niet fijn vinden dat ze aan het veranderen zijn. (PMT therapeute)